
Ondervoeding is een complex en veelvoorkomend probleem met ingrijpende gevolgen, vooral bij kwetsbare groepen zoals ouderen, chronisch zieken en patiënten in herstel. Hormonen spelen een cruciale rol in de regulatie van eetlust, energieverbruik en de balans tussen spieropbouw en -afbraak. Verstoring van hormonen zoals leptine, ghreline, insuline en cortisol kan eetgedrag, metabole processen en lichaamsgewicht beïnvloeden, wat de ernst van ondervoeding vergroot.
Inzicht in deze hormonale processen is essentieel voor het ontwikkelen van effectieve behandelingen. Kennis over de rol van ghreline in eetluststimulatie en leptine in verzadiging kan bijvoorbeeld leiden tot gerichte voedingsstrategieën. Interventies die katabole hormonen zoals cortisol in balans brengen, kunnen spierafbraak en gewichtsverlies beperken. Een combinatie van hormonale, voedings- en bewegingsinterventies biedt diëtisten mogelijkheden om behandelingen te personaliseren en multidisciplinair samen te werken aan een betere gezondheid van ondervoede patiënten.
De invloed van hormonen op ondervoeding
Hormonen reguleren de homeostase van het lichaam, waaronder eetlust, energieverbruik en spiermassa. Bij ondervoeding raken deze processen verstoord, met gevolgen voor metabolisme en gezondheid. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste hormonen en hun rol bij ondervoeding:
Groeihormoon (GH) en Somatomedines
Het groeihormoon (GH), geproduceerd door de hypofyse, stimuleert groei en metabolisme. Tijdens ondervoeding zijn de basale niveaus van GH paradoxaal verhoogd. Deze stijging lijkt een overlevingsmechanisme, omdat de effecten van GH gemedieerd worden door somatomedines, zoals IGF-1. Bij ondervoeding zijn de IGF-1-niveaus echter verlaagd, wat resulteert in een verminderde groei en een lager energiegebruik. Dit mechanisme helpt het lichaam om energie te besparen tijdens ernstige energiebeperkingen. (Professional, 2024)
Gevolgen:
Chronische ondervoeding, vooral bij kinderen, kan leiden tot blijvende groeiachterstand en heeft een levenslange impact op fysieke ontwikkeling en gezondheid. Het lichaam past zich aan door te bezuinigen op niet-essentiële processen, zoals groei, ten gunste van overleving.
Insuline
Insuline, een hormoon geproduceerd door de pancreas, speelt een cruciale rol in de regulatie van glucoseopname en energieopslag. Het stimuleert de opname van glucose in cellen en bevordert de opslag ervan in lever en spieren. (Kahn et al., 2016. "The Role of Insulin in Human Metabolism.")
Bij ondervoeding:
Hypo-insulinemie (een verlaagde insulinesecretie) komt vaak voor door de verminderde beschikbaarheid van glucose. Hierdoor wordt de glucoseopname beperkt, terwijl de gevoeligheid van perifere weefsels voor insuline toeneemt. Tegelijkertijd stimuleert het lichaam de afbraak van vetten (lipolyse) en spieren (proteolyse) om energie vrij te maken. Dit proces leidt tot spierafbraak, wat bijdraagt aan spierzwakte en functieverlies. (Kahn et al., 2016. "The Role of Insulin in Human Metabolism.")
Geassocieerde ziekten:
Ondervoeding kan leiden tot glucose-intolerantie en een toestand die lijkt op diabetes. Deze metabole aanpassingen zijn erop gericht glucose te sparen voor essentiële functies, zoals hersenactiviteit.
Cortisol
Cortisol, ook wel het ‘stresshormoon’ genoemd, speelt een centrale rol in de reactie van het lichaam op stress, waaronder ondervoeding. Het stimuleert de afbraak van eiwitten (proteolyse) in spieren en de aanmaak van glucose (gluconeogenese) om het lichaam van energie te voorzien. (Sapolsky et al., 2000. "Cortisol's Role in Energy Balance and Protein Metabolism.")
Bij ondervoeding:
Verhoogde cortisolspiegels helpen bij het vrijmaken van energie, maar een langdurige verhoging kan schadelijk zijn. Het kan leiden tot spierafbraak, immuunsuppressie en een verminderde botdichtheid.
Glucagon
Dit hormoon, een tegenhanger van insuline, verhoogt de bloedglucose door glycogeen in de lever af te breken (glycogenolyse) en glucose aan te maken uit niet-koolhydraatbronnen (gluconeogenese). Bij kortdurend vasten neemt glucagon toe, maar de effecten bij chronische ondervoeding zijn minder goed begrepen. (Sapolsky et al., 2000. "Cortisol's Role in Energy Balance and Protein Metabolism.")
Gevolgen:
Langdurige verhoogde cortisolspiegels kunnen bijdragen aan verlies van spiermassa, verhoogde infectierisico’s en osteoporose. Het lichaam moet een balans vinden tussen de positieve kortetermijneffecten en de negatieve langetermijneffecten van deze hormonale responsen.
Schildklierhormonen
Schildklierhormonen zoals T3 (trijoodthyronine) en T4 (thyroxine) reguleren het basale metabolisme en spelen een sleutelrol in energiegebruik.
Bij ondervoeding:
De niveaus van T3 dalen, wat resulteert in een vertraagd metabolisme. Dit is een beschermende aanpassing om energie te besparen. Echter, een verlaagd metabolisme kan ook leiden tot klachten zoals lethargie, kou-intolerantie en verminderde mentale alertheid.
Gevolgen:
Door deze aanpassing probeert het lichaam energie te sparen voor essentiële functies, maar dit gaat ten koste van algehele vitaliteit en herstelvermogen.
Leptine
Leptine is een hormoon dat voornamelijk door vetweefsel wordt geproduceerd. Het stuurt signalen naar de hypothalamus om de eetlust te onderdrukken en het energieverbruik te verhogen. (Friedman, 2016. "Leptin and Energy Regulation in Starvation and Obesity.")
Bij ondervoeding:
De leptinespiegel daalt door het verlies van vetweefsel. Dit veroorzaakt een verhoogd hongergevoel en een vertraagd energiemetabolisme, beide mechanismen die gericht zijn op het maximaliseren van de kans op overleving.
Gevolgen:
Deze aanpassingen dragen bij aan de moeilijkheid om de negatieve spiraal van ondervoeding te doorbreken. Het lichaam blijft in een energiebesparende modus.
Hormonale veranderingen bij ziektegerelateerde ondervoeding
Ziektegerelateerde ondervoeding brengt unieke hormonale veranderingen met zich mee, afhankelijk van de onderliggende aandoening. Hieronder worden twee ziektes meegenomen die veelvoorkomen in de gezondheidszorg:
Kanker
Bij kanker treedt vaak kankercachexie op, een syndroom gekenmerkt door ontsteking en metabole veranderingen. Pro-inflammatoire cytokines, zoals TNF-α en IL-6, verstoren de hormonale balans door insulineresistentie te verhogen en spierafbraak te stimuleren. Tegelijkertijd stijgen cortisolspiegels, wat de afbraak van eiwitten verder versterkt.
Gevolgen: Patiënten verliezen spiermassa en gewicht, zelfs als ze voldoende calorieën binnenkrijgen. Dit maakt herstel moeilijk en vermindert de kwaliteit van leven. (Fearon et al., 2012. "Cancer Cachexia: Mechanisms and Therapeutic Targets.")
COPD
Bij chronische obstructieve longziekte (COPD) wordt vaak sarcopenie (verlies van spiermassa) gezien. Dit wordt veroorzaakt door een verhoogde cortisolproductie en een verzwakte anabole respons van insuline en groeihormoon. Tegelijkertijd verhoogt de ademhalingsinspanning het energiemetabolisme, terwijl ontstekingsfactoren de eetlust verder onderdrukken.
Gevolgen: Patiënten verliezen spierkracht en fysieke capaciteit, wat hun mobiliteit en algehele gezondheid negatief beïnvloedt.
(Schols et al., 1998. "Nutritional and Metabolic Effects in COPD Patients.")
Behandelingen gericht op hormonale balans
Effectieve interventies richten zich op het herstellen van de hormonale balans en verbeteren van de voedingsstatus.
Voedingstherapie
Een eiwitrijke en calorierijke voeding helpt bij het herstellen van spiermassa en het normaliseren van insuline- en leptinespiegels. Specifieke supplementen, zoals omega-3-vetzuren, kunnen ontstekingen verminderen en de spieropbouw stimuleren. (Calder et al., 2021. "Omega-3 Fatty Acids and Inflammation in Malnutrition.")
Farmacologische interventies
Medicatie, zoals anabole steroïden en ghreline-agonisten, wordt ingezet om spiermassa te vergroten en de eetlust te stimuleren. Cytokine-antagonisten kunnen metabole verstoringen bij kankercachexie aanpakken. (Argilés et al., 2014. "Pharmacological Interventions in Cachexia.")
Fysieke activiteit
Krachttraining, gecombineerd met adequate voeding, stimuleert de productie van groeihormoon en verbetert insulinegevoeligheid. Dit draagt bij aan het herstel van spiermassa en fysieke functie. (Phillips et al., 2017. "Exercise and Protein Metabolism in Undernutrition.")
Conclusie
Ondervoeding leidt tot complexe hormonale aanpassingen die zowel adaptief als schadelijk kunnen zijn. Door voeding, medicatie en fysieke activiteit te combineren, kan de hormonale balans worden hersteld. Een holistische aanpak die rekening houdt met GLIM-criteria en comorbiditeiten verhoogt de kans op succesvol herstel en een betere kwaliteit van leven.
Create Your Own Website With Webador